Zes redenen waarom we het nieuwe piekentarief best nog eens grondig herbekijken.
Wat is er aangekondigd? Vanaf 2022 zullen de netkosten die gezinnen en bedrijven betalen boven op de prijs van de elektriciteit worden aangepast. Vanaf dan zal niet langer het totaalverbruik de netkosten bepalen, maar de pieken in het verbruik. De VREG vergelijkt het met internet: hoe meer elektriciteit je op een bepaald moment nodig hebt, hoe meer je betaalt. Dat klinkt vreselijk logisch en veel mensen zullen de schouders ophalen, maar de aanpassing heeft verregaande gevolgen op niet minder dan zes terreinen.
1. Impact op ons gebruik
Al jaren leren we dat we het best zo weinig mogelijk energie verbruiken. Zet dat scherm af! Kijk uit voor stille energieverbruikers! Koop zuinige toestellen! Wie dat goed opvolgde, betaalde minder dan wie dat niet deed én wist dat hij of zij ook het klimaat een handje toestak. Die eenvoud verandert in 2022. Vanaf dan kan het zijn dat een gezin dat in de ochtend met zijn allen tegelijk bezig is in de keuken en de badkamer (zoals dat met veel gezinnen gaat) opeens meer betaalt dan een gezin waar dezelfde huiselijke activiteit van koffiezetten, haardrogers enzovoort meer verdeeld is over de dag. Volgens de VREG en de netbeheerder Fluvius is dat nodig om gezinnen en bedrijven aan te moedigen om het gebruik beter te spreiden, zodat er geen dikkere kabels onder de grond moeten, maar experts geven nu al aan dat het zo goed als onmogelijk is dat zelf in de hand te houden. Zelfs wie het geduld zou opbrengen om de wattage van alle huishoudtoestellen op te tellen, zal niet kunnen zien wat het gebruik precies is. Bovendien is het maar de vraag in welke mate gezinnen hun dagschema daarvoor kunnen omgooien. Kinderen moeten op tijd op school zijn, ouders op het werk. De markt zal met oplossingen komen om het allemaal in onze plaats te doen, vertellen de voorstanders van het capaciteitstarief ons. Het gaan dan om leveranciers die ons allerlei nieuwe snufjes willen slijten. Vergelijk het met de slimme' thermostaat waarvoor veel reclame wordt gemaakt.
Reactie VREG:
Het is correct dat de invoering van het capaciteitstarief een impact zal hebben op de wijze waarop we omgaan met ons elektriciteitsverbruik. De bestaande prikkel om zuinig om te springen met elektriciteit blijft bestaan, maar daarbovenop zullen we aangemoedigd worden om stil te staan bij ons capaciteitsgebruik én het gebruik van toestellen die gedurende zekere tijd een hoog vermogen vragen te spreiden in de tijd.
Voor het merendeel van de gezinnen zal de impact van de invoering van het capaciteitstarief echter beperkt zijn. Enkele eenvoudige vuistregels zullen volstaan om hun maandpiek – en dus het te betalen capaciteitstarief – onder controle te houden. Ook zal de digitale meter hen helpen meer inzicht te krijgen in hun capaciteitsgebruik.
Meer achtergrond:
Het blijft ook in de toekomst lonen om te besparen op je elektriciteitsverbruik: hoe lager je verbruik, hoe lager je elektriciteitsfactuur. Voor een gemiddeld gezin maken de distributienettarieven vandaag ongeveer 45% uit van de totale elektriciteitsfactuur; voor een kmo aangesloten op laagspanning is dat ongeveer 57%. De
netkosten
en het deel transmissiekosten die vanaf 2022 grotendeels via een capaciteitstarief worden aangerekend omvatten voor een gemiddeld gezin ongeveer 21% van de huidige elektriciteitsfactuur; voor een kmo aangesloten op laagspanning is dat 28%. Het merendeel van de elektriciteitsfactuur blijft dus ook in de toekomst aangerekend worden op basis van de hoeveelheid elektriciteit die je van het net afneemt (kWh). Zuinig omspringen met elektriciteit – bv. door de aankoop van energiezuinige toestellen of het beperken van je sluipverbruik – blijft belangrijk.
Hiernaast komt vanaf 2022 inderdaad een bijkomende prikkel om het verbruik meer te spreiden in de tijd. Echter, het samen aanzetten van verschillende gebruikelijke huishoudelijke toestellen heeft in de meeste gevallen maar een beperkte impact op het te betalen capaciteitstarief. Het capaciteitstarief wordt aangerekend op basis van de ‘gemiddelde maandpiek’ (kW). Deze gemiddelde maandpiek wordt berekend als het gemiddelde van je 12 laatste ‘maandpieken’. De maandpiek is het hoogste kwartiervermogen – ofwel het gemiddelde vermogen op kwartierbasis – dat je in een maand hebt gebruikt; niet met het hoogste ogenblikkelijke vermogen. Het vermogen vermeld op een toestel geeft hierdoor geen volledig beeld van de impact van dat toestel op het te betalen capaciteitstarief. Ook de duur waarover dit vermogen wordt gevraagd en het verloop van de cyclus van het toestel spelen een belangrijke rol. Bijvoorbeeld:
Het heeft in ieder geval geen zin om het gebruik van ál je toestellen te spreiden, je dagschema volledig om te gooien en hierdoor sterk aan comfort in te boeten. Bij de aanrekening van het capaciteitstarief wordt voor elke maandpiek namelijk een minimumwaarde van 2,5 kW in rekening genomen.
Over de impact van verschillende toestellen op het kwartiervermogen gaan we zeker nog verder informeren. Enkele eenvoudige vuistregels zullen voor de meeste gezinnen volstaan om hun netfactuur onder controle te houden. Net zoals je met een dag/-nachtteller vandaag stilstaat bij het moment waarop je de wasmachine en droogkast opzet, zal je in de toekomst mogelijk geen kookwas draaien op het moment dat je aan het koken bent. ‘Nieuwe snufjes’ zullen voor gezinnen met de gebruikelijke huishoudelijke toestellen dus niet echt nodig zijn.
Voor de meeste gezinnen zal de invoering van het capaciteitstarief geen drastische impact hebben op hun elektriciteitsfactuur. Volgens onze voorlopige simulaties zal ruim 60% van de gezinnen zijn distributienettarieven in 2022 zien dalen of met maximaal 10% zien toenemen ten opzichte van vandaag, wanneer zij hun gedrag niet aanpassen. Gezinnen waarvoor we een sterke procentuele toename van hun netfactuur verwachten zijn hoofdzakelijk gezinnen die vandaag weinig distributienettarieven betalen; het absolute bedrag (€) dat zij in 2022 méér zullen betalen blijft dan ook beperkt.
Ook de digitale meter zal je ten slotte helpen om inzicht te krijgen in je capaciteitsgebruik. Netgebruikers met een digitale meter die Fluvius de toestemming hebben gegeven om hun kwartierverbruiken (kWh) uit te lezen, kunnen deze waarden vandaag al raadplegen op het energieportaal van Fluvius en hieruit zelf hun kwartiervermogens afleiden. In de loop van 2021 zal informatie over het capaciteitsgebruik direct beschikbaar worden op het portaal.
2. Impact op onze keuze van leverancier
Overstappen naar een andere elektriciteitsleverancier is nu al een avontuur voor gevorderden. Voor je de eindmeet bereikt, moet je een hele reeks keuzes maken. Ten eerste: wil je afzonderlijke contracten voor elektriciteit en aardgas, of ga je voor één contract voor de beiden? Ten tweede: wil je een contract met een vaste of een variabele prijs. Ten derde: wil je een contract van bepaalde (1, 2, 3 of 5 jaar) of van onbepaalde duur? Ten vierde: Moet je elektriciteit groen, of mag het ook grijs zijn? Ten vijfde: heb je zonnepanelen? Een terugdraaiende teller? Wat is de capaciteit van de omvormer? Ten zesde: klampt iemand je in de winkel aan die je een tijdelijke promotie aanbiedt? En daar komt nu dus ook nog eens de berekening 'in pieken' bij.
Test-Aankoop wees er al op dat de elektriciteitsmarkt voor veel mensen te complex is. Die wijziging maakt het er niet beter op. Elektriciteitsleveranciers zullen na de invoering van het piekentarief contracten ontwikkelen waarin ze beloven dat ze je zullen helpen om pieken af te vlakken. Dat wil zeggen: mooie verhalen om allerlei energiediensten te slijten boven op een leveringscontract. Kan de gemiddelde burger in zo'n kluwen nog beoordelen of hij daar iets mee vooruit is? Goed mogelijk dat hij niet in de gaten heeft dat zo'n gebundeld contract eigenlijk meer kost.
Reactie VREG:
Voor een gezin met de gebruikelijke huishoudelijke toestellen zullen ‘extra diensten’ om pieken af te vlakken niet echt nodig zijn. Deze diensten hoeven dus geen (belangrijke) rol te spelen bij de keuze van een energieleverancier. We zullen hierover zeker nog informeren. Vooral gezinnen en kmo’s die elektrische installaties gebruiken met een relatief hoog verbruik, zoals een warmtepomp of een laadpaal voor een elektrische wagen, zullen merkbaar kunnen besparen door hun installaties bv. slim aan te sturen, om zo het spreiden van het verbruik maximaal te optimaliseren.
3. Impact op onze portefeuille
Wat wél invloed kan hebben op uw en mijn elektriciteitsrekening vanaf 2022 is of we geld hebben staan op onze spaarrekening. Geld voor een warmtepomp , geld voor een elektrische wagen, geld voor domotica. Want, geeft de VREG toe, de hervorming is in het voordeel van mensen met een elektrische wagen en een warmtepomp. En met domotica kan je pieken uitvlakken. In vergelijking met het huidige tarief kan het gaan over honderden euro's per jaar. Omgekeerd zullen mensen die elektrisch verwarmen slechter af zijn in het nieuwe systeem, zo geeft ook minister Zuhal Demir aan. Die spreidstand ondergraaft volledig de sussende mededeling van de VREG dat het gemiddelde gezin geen hinder zal ondervinden van de aanpassing. Nee, beste VREG, hinder zal er misschien niet zijn, maar dat datzelfde gemiddeld gezin op achtervolgen aangewezen is ten opzichte van kapitaalkrachtigere gezinnen, is op zijn minst een toekomstig nadeel te noemen. Bovendien zal het 'gemiddelde' arme gezin dat vandaag vaak op elektrische verwarming aangewezen is een groot risico lopen om meer te betalen.
Reactie VREG:
Gezinnen en kleine bedrijven met een warmtepomp en/of een laadpaal voor een elektrisch wagen zullen in de toekomst nog altijd méér betalen dan gezinnen zonder deze installaties. Zij verbruiken immers relatief veel en de elektriciteitsfactuur blijft ook in de toekomst grotendeels kWh-gebaseerd. Bovendien bevat de elektriciteitsfactuur vandaag veel meer wettelijke verplichtingen (ODV-lasten) dan de aardgasfactuur. Het klopt wél dat dergelijke klanten, voor zover zij hun gedrag aanpassen en eventueel hun installaties slim aansturen, met het capaciteitstarief minder zullen betalen dan zij vandaag doen met een volledig kWh-gebaseerde elektriciteitsfactuur.
Cf. supra: ‘Nieuwe snufjes’, ‘extra diensten’ en/of domotica zullen voor het gemiddelde gezin met de gebruikelijke huishoudelijke toestellen niet echt nodig zijn om hun netfactuur onder controle te houden.
Er zijn vandaag ongeveer 150.000 gezinnen die genieten van het historisch voordelige exclusief nachttarief; zij zijn dus eerder een minderheid in de totale Vlaamse populatie van gezinnen. Een aanrekening o.b.v. capaciteit i.p.v. kWh is op zich vaak niet nadelig voor klanten met elektrische verwarming omdat zij een relatief hoog verbruik kennen met een goede benutting. De geleidelijke afbouw van het historisch voordelige tarief zorgt er inderdaad wél voor dat er in deze groep, bij ongewijzigd gedrag, relatief meer gezinnen zijn die in de toekomst beduidend (> 100 €) meer zullen betalen dan vandaag. We zijn in overleg met minister Demir om te bekijken of en welke flankerende maatregelen hier noodzakelijk zijn.
Het capaciteitstarief is niet noodzakelijk nadelig voor gezinnen in energiearmoede. Gezinnen met een relatief groot verbruik – bv. omwille van verouderde, weinig energiezuinige toestellen of slechte isolatie – maar een goede benutting van hun capaciteit doen voor dit luik van de elektriciteitsfactuur mogelijk een voordeel tegenover vandaag. Ook is het capaciteitstarief niet van toepassing op beschermde klanten. Zij genieten ook in de toekomst van het sociaal tarief (all-in kWh). Dit tarief wordt vastgelegd door de CREG .
4. Impact op het klimaat
Of de nieuwe berekeningswijze een negatieve of positieve impact zal hebben op het klimaat, moet de toekomst uitwijzen. Dat gezinnen met een laag jaarverbruik van onder 2000 kWh door de hervorming doorgaans hogere nettarieven zullen krijgen, doet nu al de wenkbrauwen fronsen. Worden zuinige mensen hiermee gestraft? Bovendien is het maar de vraag of iedereen nog evenveel aandacht zal besteden aan sluipgebruik. De tv of de pc volledig uitschakelen zal je niet meer voelen in je nettarief. En wat ten slotte met de impliciete incentive om sneller nieuwe toestellen aan te schaffen? Spoort dat met het idee dat we naar een circulaire economie moeten?
Reactie VREG:
Minder verbruiken blijft lonen. Voor een gemiddeld gezin zal nog meer dan de helft van de distributienettarieven o.b.v. kWh aangerekend blijven worden (naast de pure elektriciteitskost en heffingen, die sowieso in kWh aangerekend blijven worden). Het beperken van je sluipverbruik zal dus nog altijd een positieve impact hebben op je net- en volledige elektriciteitsfactuur. We verwachten niet dat gezinnen door de invoering van het capaciteitstarief geneigd zullen zijn om hun toestellen sneller te vervangen. We willen vooral bereiken dat zij in de toekomst bij de aankoop van een nieuwe toestel naast de energiezuinigheid ervan ook even stil zullen staan bij het vermogensgebruik van het toestel en voor bepaalde installaties zoals een
warmtepomp
eerder opteren voor een exemplaar dat slim aangestuurd kan worden.
Het capaciteitstarief zal de energietransitie (meer lokale hernieuwbare energie, meer elektrische voertuigen en meer warmtepompen) faciliteren – niet afremmen. Noteer ook dat de elektrificatie van transport en verwarming voldoet aan het streven naar meer energie-efficiëntie in die zin dat de verschuiving van energiedrager naar elektriciteit ervoor zorgt dat deze diensten in de toekomst minder primaire energie zullen vereisten.
5. Impact op de elektriciteitsmeter
Het nieuwe tarief zal enkel gelden voor wie een digitale meter heeft. De digitale meter zal iedere maand het kwartier nemen waarin het hoogste vermogen wordt gevraagd van het net. Het gemiddelde van die maandpieken bepaalt hoeveel iemand in een jaar moet bijbetalen. Maar, die digitale meter zal er ten vroegste voor iedereen zijn in juli 2029. Dat betekent dat pas 8,5 jaar na de invoering het nieuwe tarief voor iedereen zal gelden. Voor de anderen komt er een aanpassing van de huidige berekening van het nettarief. Die lijkt erop gericht om iedereen zo snel mogelijk aan de digitale meter te krijgen, terwijl de overheid en Fluvius bepalen wanneer je zo'n nieuwe meter krijgt (tenzij je hem zelf betaalt). Bovendien zal alle energiecommunicatie 8,5 jaar lang niet meer op één maar op twee doelgroepen gericht moeten zijn. Niet echt handig.
Reactie VREG:
Het capaciteitstarief is geen extra tarief, bovenop de huidige kWh-tarieven. Het betreft een andere manier van aanrekenen van een deel van de distributie- en transmissiekosten.
Het klopt dat we bij gezinnen en kleine bedrijven met een klassieke meter geen capaciteitstarief kunnen aanrekenen op basis van de ‘gemiddelde maandpiek’, zoals dat bij netgebruikers met een digitale meter zal gebeuren. In tegenstelling tot de digitale meter, registreert de klassieke meter namelijk énkel je afname (kWh) en geen pieken (kW). Het capaciteitstarief wordt ingevoerd begin 2022 – niet 2021; het zal volgens de vooropgestelde uitrolsnelheid vanaf dat moment nog 7,5 jaren – i.p.v. 8,5 jaren – duren alvorens iedereen een digitale meter heeft. Dit maakt de invoering van het capaciteitstarief – en de communicatie hierover – inderdaad complexer. In verschillende andere Europese landen waar men meer capaciteits-gebaseerde tarieven heeft ingevoerd of plant in te voeren, werd/is de uitrol van de digitale meter gefinaliseerd alvorens de tariefstructuurwijziging werd/wordt doorgevoerd.
Voor klanten met een klassieke meter komt er vanaf 2022 een vaste term. Dit vast bedrag – dat overeenstemt met de minimale bijdrage ter hoogte van 2,5 kW die vervat zit in het capaciteitstarief – heeft louter tot doel ervoor te zorgen dat vanaf 2022 élke klant eenzelfde minimale bijdrage levert in de
netkosten
, onafhankelijk van het type meter waarover hij beschikt. Het is niet zo dat gezinnen en kleine bedrijven met een klassieke meter altijd meer zullen betalen dan wanneer zij een digitale meter hebben. Dit hangt af van hun individuele situatie.
Het klopt wel dat énkel bij klanten met een klassieke meter geen maximumtarief van toepassing zal zijn.
6. Impact op het net
Volgens de VREG is de aanpassing nodig om te vermijden dat er dikkere kabels onder de grond moeten. "Als iedereen straks op hetzelfde moment zijn elektrische wagen oplaadt, zitten we met een dik probleem." Dat is een opmerkelijke bewering. De VREG geeft bijna geen informatie over de vraag hoe het nu gesteld is met netcongestie, zeg maar de files op het elektriciteitsnet. Maar er zijn aanwijzingen. Goed weggestoken in dikke rapporten staat dat vandaag veel bestaande middenspanningslijnen zelfs op momenten van piekverbruik nauwelijks 40 procent of minder van hun capaciteit gebruiken. Wil Fluvius nu al sparen voor de kabels van de toekomst? Of wil de VREG er met de tariefwijziging net voor zorgen dat die kabels niet nodig zullen zijn? Ik - en vermoedelijk u ook - weet misschien graag waarvoor we precies gaan betalen.
De tariefwijziging verbergt meer dan op het eerste gezicht duidelijk is. Ze doorkruist bovendien verschillende beleidsdomeinen: koopkracht, klimaat, armoedebeleid en energiebeleid. De vraag is of dat niet nog eens grondig doorgesproken dient.
Reactie VREG:
Het klopt dat de distributienetten in Vlaanderen op dit moment in het algemeen nog vrij ruim gedimensioneerd zijn. Door meer lokale hernieuwbare energie, meer elektrische voertuigen en meer warmtepompen zullen de distributienetten in de toekomst meer en anders gebruikt worden én blootgesteld worden aan grotere (gelijktijdige) piekbelastingen. Hierdoor verwacht Fluvius over een aantal jaren wél aanzienlijke bijkomende netinvesteringen, als we nu geen maatregelen nemen. Hierdoor zouden de distributienettarieven in de toekomst heel wat duurder kunnen worden. Dat willen we voorkomen – door de invoering van een capaciteitstarief. Met het capaciteitstarief willen we gezinnen en kleine bedrijven aanzetten tot een efficiënt gebruik van de huidige netinfrastructuur; we willen hen er bewust van maken dat hoge pieken in het verbruik extra kosten voor het net met zich kunnen meebrengen én hen aanmoedigen om het gebruik van toestellen die gedurende zekere tijd een hoog vermogen vragen meer te spreiden in de tijd.
Fluvius bezorgde ons in 2019 een ruwe inschatting van de mogelijke extra benodigde investeringen als gevolg van de energietransitie tot 2030, wanneer we geen maatregelen zouden nemen. Afhankelijk van de veronderstellingen die werden gemaakt over het aandeel thuisladen versus publiek/op het werk laden van elektrische wagens, leverden deze simulaties een kostenplaatje op van bijna 800 miljoen € tot meer dan 1.150 miljoen €. Na 2030 worden nog veel grotere netinvesteringen verwacht, als we niets doen.
Met het oog op de energietransitie en de verwachte benodigde investeringen op langere termijn bij ongewijzigd gedrag van de netgebruikers, vinden we het belangrijk om het capaciteitstarief al in 2022 te voeren en niet te wachten tot bijvoorbeeld de uitrol van de digitale meter is voltooid. Het zorgen voor capaciteitsbewustzijn en bewerkstelligen van de nodige gedragsveranderingen zal immers jaren in beslag nemen.