We evolueren naar een groenere, CO2-arme samenleving. Dat betekent onder meer dat we voor ons vervoer (elektrische wagens) en voor de verwarming van onze huizen (warmtepompen) steeds meer gebruik zullen maken van elektriciteit in plaats van fossiele brandstoffen.
Daardoor zullen we het distributienet méér en anders gebruiken én dat zorgt voor almaar grotere piekbelastingen. Wanneer binnen enkele jaren iedereen zijn elektrische wagen op het einde van de werkdag op ongeveer hetzelfde moment aan vol vermogen oplaadt, geraakt het net mogelijk zelfs overbelast. De distributienetbeheerders zullen dan zware investeringen moeten doen om het net betrouwbaar te houden. Dat zou de nettarieven voor alle Vlaamse gezinnen en bedrijven sterk doen toenemen.
Om dat te voorkomen willen we iedereen aanmoedigen om het net efficiënt te gebruiken. Dat doen we met het capaciteitstarief: wie hoge pieken veroorzaakt zal meer betalen dan wie zijn verbruik spreidt. Vooral voor wie bepaalde ‘zware verbruikers’ heeft, zoals een elektrische wagen of warmtepomp , wordt het belangrijk om het gebruik ervan te spreiden en de installatie eventueel slim aan te sturen. Zo kunnen zij merkbaar besparen op hun factuur.
Door samen hoge pieken te vermijden, houden we de elektriciteitsfactuur voor iedereen op lange termijn betaalbaar!
Bij de aanleg van het distributienet heeft de netbeheerder voor elke afnemer een bepaalde netcapaciteit voorzien en dus een bepaalde kost gemaakt. De kosten van die gemaakte investeringen vormen vandaag een belangrijk deel van de nettarieven en zijn relatief ‘vast’. Of afnemers vandaag veel of weinig gebruik maken van het net beïnvloedt die kosten niet.
We vinden het belangrijk dat iedereen die gemaakte kosten samen draagt. Daarom betaalt elke afnemer een minimale bijdrage ter hoogte van 2,5 kW bij de aanrekening van het capaciteitstarief. Ook wie bijvoorbeeld investeert in een batterij om zijn pieken af te vlakken zal zo een bijdrage in de netkosten betalen.
Het verschil tussen de goedkopere nachturen en de duurdere daguren is ontstaan om afnemers aan te moedigen om ‘s nachts elektriciteit te verbruiken in plaats van overdag. Dat hielp om de vraag naar elektriciteit beter af te stemmen op het aanbod ervan door grote, vaak continu draaiende productiecentrales. Voor het energiesysteem is het namelijk belangrijk dat vraag en aanbod van elektriciteit voortdurend met elkaar in evenwicht zijn.
Ondertussen is het energielandschap in volle verandering. We wekken elektriciteit meer en meer lokaal op, vaak op basis van hernieuwbare energiebronnen zoals zon en wind. Het onderscheid tussen dag- en nachturen is hier niet meer goed op afgestemd. Het zet afnemers niet aan om te verbruiken op momenten dat de zon schijnt of de wind waait en er dus veel elektriciteit voorhanden is.
Voor de distributienetbeheerder maakt het ook weinig verschil of afnemers nu overdag of ‘s nachts verbruiken. De kosten voor de aanleg en het onderhoud van het net blijven dezelfde.
Als regulator moeten wij ervoor zorgen dat de nettarieven de kosten goed weerspiegelen, ook in een veranderend energielandschap. Daarom verdwijnen het goedkopere nachttarief én het duurdere dagtarief vanaf januari 2023.