De tariefmethodologie geeft een antwoord op de vraag: hoe worden de netbeheerders vergoed voor hun diensten en aangezet tot efficiënte bedrijfsvoering?
In een gezamenlijke brief van 22 april 2022 vroegen Fluvius en FEBEG om de ingangsdatum van de nieuwe nettarieven voor elektriciteit opnieuw uit te stellen. Zij konden immers geen kwalitatieve implementatie in de marktsystemen garanderen tegen 1 juli 2022.
Om de continuïteit van de marktwerking niet in het gedrang te brengen, beslisten we op 24 juni 2022 om de tariefmethodologie in die zin te wijzigen.
We stellen de invoering van de nieuwe nettarieven voor elektriciteit met zes maanden uit tot 1 januari 2023. Samen met een stimulans tot implementatie tegen 1 januari 2023 leggen we aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders ook bijkomende financiële stimulansen op. Ten laatste op 1 september 2022 moeten zij het webportaal voor het vastleggen van het toegangsvermogen beschikbaar stellen en de marktintegratietesten inzake de nieuwe nettarieven aanvatten. Halen de elektriciteitsdistributienetbeheerders één van deze doelstellingen niet, dan kan de VREG een boete van maximaal 6 miljoen euro opleggen. Per nieuw begonnen maand, waarin zij één van de doelstellingen niet halen, verhoogt de boete met maximaal 1 miljoen euro.
Daarnaast voegen we ook een bijkomende financiële openbaredienstverplichting ten aanzien van de elektriciteitsdistributienetbeheerders aan de exogene kosten toe. Dit in overeenstemming met de wijzing van het Energiebesluit die de Vlaamse Regering op 29 april 2022 besliste.
We hebben deze beslissingen genomen na een openbare raadpleging die liep van 16 tot 31 mei 2022.
Beslissing (BESL-2022-60)
Rapport (RAPP-2022-14)
Na twee openbare raadplegingen beslisten we op 8 oktober over een wijziging van de tariefmethodologie. Daarmee leggen we de distributienettarieven voor elektriciteit en aardgas tot en met 2024 vast. Een overzicht van de wijzigingen:
Wijzigingen aan de distributienettarieven voor elektriciteit voor eigenaars van zonnepanelen met terugdraaiende teller:
Andere wijzigingen:
Beslissing BESL-2021-97
Rapporten RAPP-2021-16 en RAPP-2021-17
Wij hebben op 25 juni beslist over een wijziging van de tariefmethodologie waarmee we de distributienettarieven voor de jaren 2021-2024 vastleggen.
We stellen de ingangsdatum van de nieuwe
tariefstructuur
voor de distributienettarieven elektriciteit met zes maanden uit. Dit betekent dat het capaciteitstarief niet op 1 januari 2022, maar op 1 juli 2022 wordt ingevoerd.
We geven financiële stimulansen aan de elektriciteitsdistributienetbeheerders:
We hebben deze beslissing genomen na een openbare raadpleging die liep van 18 maart tot 2 mei.
Beslissing (BESL-2021-33)
Op 14 januari vernietigde het Grondwettelijk Hof via arrest 5/2021 artikel 4.1.30/1 van het Energiedecreet. Wij hebben beslist dat de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2021-2024 overeenkomstig het arrest moet aangepast worden.
Volgens het artikel 4.1.30/1 hadden prosumenten met een productie-installatie gekeurd vóór einde 2020 gedurende 15 jaar recht op de toepassing van de (virtueel) terugdraaiende teller bij de aanrekening van de nettarieven, ook na de plaatsing van een digitale meter. Het distributienettarief wordt in dat geval aangerekend op basis van de gecompenseerde afname van het net (dit is de werkelijk afgenomen elektriciteit in de voorbije periode min de op het net geïnjecteerde elektriciteit) in combinatie met het prosumententarief. Omdat een digitale meter de energiestromen van afname en injectie afzonderlijk meet en registreert, is een aanrekening op basis van de werkelijke afname echter ook mogelijk. In de tariefmethodologie 2021-2024 hielden we rekening met de verschillende tariefstructuren voor prosumenten. We stellen vast dat het Grondwettelijk Hof niet akkoord ging met het compensatiemechanisme bij digitale meters zoals het artikel van het Energiedecreet dat had ingevoerd. Prosumenten met een digitale meter moeten met andere woorden getarifeerd worden op basis van hun volledige afname van het distributienet, waarbij het aanvullend prosumententarief vervalt. Alleen prosumenten waarvan de aansluiting is uitgerust met een klassieke, analoge meter met terugdraaiende Ferrarisschijf behoren dan nog tot de klantengroep ‘prosumenten met terugdraaiende teller’.
Overeenkomstig het arrest van het Grondwettelijk Hof zal deze wijziging van de tariefmethodologie pas in werking treden op de dag van de publicatie van het arrest in het Belgisch Staatsblad.
BESL-2021-07
Tariefmethodologie (gewijzigd)
Bijlage 7B: Tariefvoorstel periodieke distributienettarieven 2022-2024
We hebben op 11 december 2020 de tariefmethodologie voor de reguleringsperiode 2021-2024 aangepast (BESL-2020-86).
In de tariefmethodologie wordt voor het exclusief nachtverbruik een korting gegeven op de tariefcomponent openbaredienstverplichtingen. We beslisten om de geleidelijke vermindering van deze korting met stopzetting na 2024, aan te passen. Aan het nieuwe, tragere tempo zal de korting verdwijnen vanaf 2028.
Soms moet een aardgasdistributienetbeheerder voor aansluitingen op het lagedruk aardgasnet een netuitbreiding of -versterking uitvoeren, met aanleg van een nieuwe leiding in de straat. De regelgeving schrijft voor dat hij een gedeelte van de kosten voor de aanleg van de leiding op zich neemt op voorwaarde dat deze later voldoende nieuwe tarifaire inkomsten zal opleveren. Fluvius heeft namens de distributienetbeheerders nieuwe rendabiliteitsberekeningen uitgevoerd. Het blijkt dat de tussenkomst niet meer kan verantwoord worden voor huishoudelijke aansluitingen. Voor niet-huishoudelijke aansluitingen wordt de korting voor de klant beperkt tot 19 meter van de gasleiding. We beslisten om deze nieuwe waarden op te nemen in de tariefmethodologie voor de volgende vier jaar.
Na een voorafgaand overleg met de distributienetbeheerders en een openbare raadpleging (CONS-2020-04) pasten we op 11 december 2020 de methodologie aan waarmee we de distributienettarieven voor de periode 2021-2024 vaststellen (BESL-2020-86).
Tijdens de openbare raadpleging ontvingen we 8 zienswijzen van belanghebbenden. Onze evaluatie van de zienswijzen is opgenomen in een consultatieverslag (RAPP-2020-22).
Proces-Verbaal overleg met distributienetbeheerders 23 september 2020
RAPP-2020-22
BESL-2020-86
Tariefmethodologie (gewijzigd onderdeel)
We startten op 4 mei een consultatie over de tariefmethodologie 2021-2024. De huidige tariefmethodologie loopt af eind 2020.
Een onderdeel van de tariefmethodologie is de tariefstructuur. De tariefstructuur bepaalt op welke manier het door ons vastgelegde toegelaten inkomen van de distributienetbeheerder wordt aangerekend aan de verschillende netgebruikers. Met het oog op de energietransitie willen we de tariefstructuur aanpassen zodat die correcter de financiële impact van het gedrag van de klant op het netbeheer weerspiegelt en ook zorgt voor een betere verdeling van de netkosten over de verschillende netgebruikers. De voorgestelde tariefstructuur in deze consultatie kwam tot stand rekening houdende met de reacties op de eerdere publieke raadplegingen hierover in 2019, meer bepaald CONS-2019-01 m.b.t. de toekomstige tariefstructuur voor grote bedrijven en CONS-2019-02 m.b.t. de toekomstige tariefstructuur voor gezinnen en kleine bedrijven, en op basis van verder onderzoek. Samen met de start van deze consultatie publiceren we ook de verslagen van de in 2019 gevoerde consultaties: RAPP-2020-06 en RAPP-2020-07.
We lichtten de inhoud van de consultatie toe aan onze belanghebbenden op 4 mei, Presentatie in PDF en Filmpje webinar met toelichting.
De consultatie liep tot en met 18 juni 2020. Meer informatie: CONS-2020-03
We ontvingen heel veel reacties op deze consultatie. We verwerkten deze in een consultatieverslag, RAPP-2020-17.
Op 13 augustus beslisten wij definitief over de tariefmethodologie 2021-2024, BESL-2020-31.