Een gebouw met meerdere gebruikers kan worden uitgerust met een gemeenschappelijke installatie die zorgt voor verwarming, koeling of warm water. In dat geval moet het individuele verbruik (warmte, koude en/of warm water) per eenheid gemeten worden.
Voorbeelden van een gebouw zijn een appartementsgebouw of een gebouw met daarin bijvoorbeeld een winkel- en woonruimte.
Er zijn verschillende soorten meters die het verbruik van verwarming, koeling of warm tapwater kunnen meten. Warmtemeters en watermeters worden beschouwd als verbruiksmeters. Warmtekostenverdelers vormen een aparte categorie.
De verplichting is van toepassing in gebouwen met minstens twee wooneenheden, gebouwen met een wooneenheid en minstens een andere eenheid (vb. portierswoning en kantoorgebouw), of gebouwen met minstens twee andere eenheden waarover de energiefactuur voor verwarming, koeling of warmwatervoorziening verdeeld moet worden.
Standaard is een warmtemeter (van het integrale type) verplicht. Wanneer warm tapwater centraal wordt bereid en afzonderlijk van de verwarming aan de individuele eenheden in het gebouw geleverd wordt, mag het warmwaterverbruik gemeten worden met een watermeter. Daarbij wordt wel vereist dat centraal gemeten wordt hoeveel warmte er wordt verbruikt voor de bereiding van het warm tapwater. Deze meting is belangrijk voor de kostenverdeling, die hieronder verder besproken wordt.
Warmtekostenverdelers mogen niet meer geïnstalleerd worden in nieuwe gebouwen.
Wanneer een bestaand gebouw een ingrijpende energetische renovatie ondergaat, gelden dezelfde regels als voor nieuwbouw.
Als in bestaande gebouwen al meters voor het individuele verbruik van verwarming, koeling of warm water geïnstalleerd waren, kunnen die behouden worden op voorwaarde dat ze op het moment van plaatsing voldeden aan de vereisten van:
en op voorwaarde dat ze nog voldoen aan de vereiste nauwkeurigheidsklasse, vermeld in die koninklijke besluiten. Daarbij wordt gekeken naar het koninklijk besluit dat van toepassing was op het moment dat de meter werd geplaatst.
Indien dat niet het geval is, moeten nieuwe meters geplaatst worden, zoals vermeld bij nieuwbouw.
In bestaande gebouwen mag het verwarmingsverbruik gemeten worden met warmtekostenverdelers op de radiatoren (in plaats van warmtemeters), in deze gevallen:
In bestaande gebouwen hoeft geen individuele meter voor het koelingsverbruik geplaatst te worden in deze gevallen:
In bestaande gebouwen hoeven geen individuele verbruiksmeters voor het warmwaterverbruik geplaatst te worden in deze gevallen:
De individuele verbruiksmeters worden, afhankelijk van de situatie in het gebouw, geplaatst door:
Wanneer de centrale bron slechts één gebouw belevert, gaan we ervan uit dat de vereniging van mede-eigenaars (VME) zorgt voor de plaatsing van de verbruiksmeters, of dat de VME een derde opdracht hiertoe geeft.