Op 29 maart 2024 beoordeelde we de investeringsplannen van de elektriciteitsdistributienetbeheerders. Ze bestrijken een periode van drie jaar en geven dus een idee welke investeringen in de pijplijn zitten voor de periode 2024-2026 en 2033.
Belangrijkste conclusies rapport investeringsplannen elektriciteit:
Op 29 maart 2024 keurden we de investeringsplannen van de aardgasdistributienetbeheerders goed. Ze bestrijken een periode van tien jaar en geven dus een idee welke investeringen in de pijplijn zitten voor de periode 2024-2033.
De distributienetbeheerders maken hun investeringsplannen ook publiek zoals dit eerder al van toepassing was voor de beheerder van het plaatselijk vervoernet. Dit volgt uit een bepaling in de Technische Reglementen om meer transparantie te brengen in de planning en de uitvoering van de investeringen in de distributienetten.
We overlegden met de distributienetbeheerders over het concept van dit publieke investeringsplan. Niet alle elementen die relevant zijn voor ons als toezichthouder hebben evenveel toegevoegde waarde voor de geïnteresseerde lezer. Anderzijds willen we wel concrete informatie meegeven die nuttig kan zijn, onder meer met het oog op het inplannen van nieuwe locaties voor productie-installaties of industriële projecten.
U vindt deze investeringsplannen op de websites van
Als regulator moeten we het evenwicht bewaken tussen drie pijlers in het distributienetbeheer: de kwaliteit van de dienstverlening, de investeringen die hiervoor nodig zijn, en de betalen nettarieven.
Zo worden de investeringsplannen beoordeeld vanuit de kennis die we opdoen bij de beoordeling van de kwaliteit van dienstverlening. Dit vormt al jaren de basis van ons regulatoir (technisch) toezicht. De specifieke pijnpunten die uit de kwaliteitsanalyse naar boven komen (zoals het optreden van regelmatige onderbrekingen of modulatie van de toegang), kunnen worden aangepakt door gerichte investeringsprojecten.
Sinds de invoering van de tariefmethodologie voor de periode 2017-2020 is er ook een verband gelegd tussen de kwaliteit van dienstverlening en de tarieven. De registratie van een aantal kwaliteitsindicatoren in deze periode zal een financiële bonus of malus opleveren in de volgende regulatoire periode.
Ten slotte willen we ook het derde evenwicht bewaken, dat tussen tarieven en investeringen. Daartoe werken we op twee assen: