Dat kunnen we onmogelijk voorspellen. De energieprijs hangt af van zoveel verschillende factoren dat hij voortdurend evolueert. We hebben die factoren ook niet zelf in de hand, en zijn afhankelijk van economische en politieke verschuivingen op het wereldtoneel. Het energielandschap is ook voortdurend in beweging. Hernieuwbare energie is in opmars, technologische innovaties zorgen voor nieuwe doorbraken. We weten nu nog niet welke impact die evoluties zullen hebben op de energieprijzen, laat staan wanneer.
De energietransitie , het omvormen van het huidige energiesysteem naar een decentraal koolstofarm systeem met een energievoorziening die zoveel mogelijk steunt op hernieuwbare energiebronnen zoals zonne-, en windenergie en andere koolstofarme technologieën, zal ongetwijfeld ook geld kosten.
Hier past een dubbel antwoord. Voor elektriciteit zijn we bij de duurdere Europese landen. Alleen in Duitsland en Denemarken is elektriciteit nog duurder. De openbaredienstverplichtingen , onder andere het opkopen van certificaten, spelen hier een rol.
Voor aardgas zijn we dan weer bij de goedkopere landen van Europa.
Het jaarlijkse voordeel dat een gezin kan doen door te kiezen voor de goedkoopste contracten is ongeveer 250 euro voor gas en elektriciteit samen.
Een kmo kan jaarlijks ongeveer 1.500 à 1.600 euro besparen door te kiezen voor de goedkoopste elektriciteits- en gascontracten.
Wij hebben enkel invloed op de distributienettarieven, die we goedkeuren en reguleren. De kosten die verband houden met het aanleggen en onderhouden van elektriciteitskabels en gasleidingen is onder onze druk de voorbije jaren gedaald. Maar de openbaredienstverplichtingen waar de netbeheerders aan moeten voldoen (opkopen van certificaten voor groene stroom en wkk, uitbetalen van premies,…) en die wél één op één aan de consument worden doorgerekend, zijn beslissingen van de overheid. We pleiten ervoor om de openbaredienstverplichtingen los te koppelen van de nettarieven, en eventueel op een andere – meer transparante – manier te financieren. Maar dat is een politieke beslissing.
Om u als energieverbruiker toe te laten om uw energiefactuur naar beneden te halen, hebben we de V-test® ontwikkeld. Als u regelmatig contracten en leveranciers vergelijkt, en tijdig overstapt, kan u behoorlijk veel geld besparen. Tussen de goedkoopste en de duurste contracten op de markt zit een verschil van honderden euro’s.
De gestegen energiefactuur van de voorbije maanden heeft een aantal oorzaken. Zo heeft de aantrekkende economie de vraag naar energie doen toenemen. Aan de aanbodzijde worstelen we dan weer met problemen met de kerncentrales – nog altijd onze belangrijkste binnenlandse energiebron – waardoor we meer energie uit het buitenland moeten importeren. Ook dat kan een effect hebben op de prijs.
Daarnaast zijn een aantal grondstoffen, zoals gas, sterk in prijs gestegen op de wereldmarkten. Dat geldt ook voor de CO2-uitstootrechten die energieleveranciers moeten betalen voor het produceren van grijze stroom , en die ze doorrekenen in hun prijzen.
Slechts een beperkt deel van de energiefactuur wordt bepaald door de pure kost van elektriciteit en aardgas. Een aanzienlijk deel bestaat uit distributienettarieven en heffingen, en die hangen samen met beslissingen van de federale- en Vlaamse overheid.
Absoluut. De berekening van de nettarieven gebeurt op basis van uw verbruik. Hoe minder u verbruikt, hoe minder distributienettarieven u betaalt. Ook een deel van de heffingen hangt samen met uw verbruik. Het maakt dus absoluut een verschil in uw factuur als u zuinig omspringt met energie en bespaart op uw verbruik. U kan ook de V-test doen om op zoek te gaan naar het goedkoopste elektriciteits- en aardgascontract.
Die verhouding verschilt om te beginnen grondig voor elektriciteit en voor aardgas. Bovendien evolueert ze ook voortdurend, door beslissingen van de verschillende overheden en door de distributienettarieven die elk jaar aangepast worden. Het gaat dus sowieso om een momentopname. De verhoudingen liggen ook anders voor de verschillende types gebruikers, voor gezinnen zijn ze niet precies dezelfde als voor kmo’s.
Meer dan 45 procent van de elektriciteitsprijs bestaat uit heffingen en btw. De eigenlijke energiekost bedraagt nog geen derde van de totale prijs van elektriciteit.
Voor aardgas liggen die verhoudingen dan weer totaal anders. Daar is de energiekost goed voor bijna 60 procent van de energiefactuur, en schommelt het aandeel van de heffingen/btw en de nettarieven telkens rond de 20 procent. Eigen infografiek toevoegen